Lost in translation
- Karin Jurgen
- Sep 8, 2022
- 3 min read
Nu ik zelf lesgeef aan een klas Oekraïense leerlingen gebruik ik vaak voorbeelden die ik zelf heb meegemaakt toen ik in 2004 naar Nederland verhuisde. Laten we mezelf maar een bescheiden ervaringsdeskundige noemen. Niets is zo'n snelle leerschool als geregeld zelf even met de neus tegen de deur lopen.
32 was ik, en hopeloos verliefd op een Nederlander uit Brabant. Niet tegengekomen bij een avondje stappen, maar in het verre Venezuela. Na een jaartje heen en weer pendelen werd het tijd voor het betere werk: we dachten aan samenwonen. Ik had juist mijn baan verloren bij een massa-ontslag van een multinational en mijn Nederlander was na zijn studie ook op zoek naar een baan. Maar waar lag dan het land van belofte? We gingen beiden op zoek naar werk, en besloten dat we in het land en de plaats zouden gaan wonen waar een van ons het eerst werk zou vinden. Hij was eerst. Het werd Nederland.
Venlo.
Dat moest ik even opzoeken op de kaart. Toen nog een uitvouwbare wegenkaart.
Mijn Nederlander vroeg of ik zeker was, en na een blitzbezoek aan Venlo ben ik verhuisd. Want hoe moeilijk kan het zijn? Ik spreek toch al de taal met een beetje andere tongval? Ben wat kleiner uitgevallen maar zie er voor de rest toch hetzelfde uit? Gewoon doen en bijspijkeren waar nodig, dacht ik dapper.
En dat was de valkuil. Want hoewel België en Nederland gescheiden worden door een stippellijntje (op mijn uitvouwbare kaart, toch) zijn er wezenlijke verschillen. Neem nu de taal.
Ik denk terug aan die vergadering waarbij ik aan het einde collega's gerust wilde stellen met de alom bekende Belgische uitdrukking: 'Jullie kunnen op beide oren slapen'. Waarop een wakkere Nederlandse collega antwoordde: 'Dat is onmogelijk. Kun je specifieker zijn?'.
Of aan mijn schoonbroer die ik eens vroeg om een 'aftrekker'. De brave familieman keek me met grote vraagtekens in de ogen aan. De sfeer werd wat ongemakkelijk, zonder dat ik direct begreep wat er loos was. Lost in translation. Het bleek uiteindelijk om een 'trekker' te gaan. U weet wel, om het overvloedige water weg te trekken naar het rioolputje.
Wat dacht u? Foei!
Vele netelige situaties volgden. Mijn kinderen moesten van mij bijvoorbeeld op hun 'poep' zitten toen ze klein waren. Wat voor de nodige hilariteit zorgden bij moeders in de speeltuin. En bij het achteruit inparkeren ontstond steevast aan beide zijden frustratie als mijn Nederlander riep 'teruguit!' waarop ik prompt terug uit het parkeervak reed. Ook na 18 jaar Nederland komen we hier samen nog steeds niet uit. Dus ik parkeer alleen. Hij ook. Dat is beter voor ons huwelijk.
Omgekeerd werd het ook lastig. Toen ik mijn auto eens voor de jaarlijkse controle (hier APK) bij een garage in België binnenbracht vertelde ik de garagist dat ik al een grote beurt van de garagist in Nederland had gehad. De arme man keek me verward aan en kon amper een glimlach onderdrukken. In België spreek je namelijk over een groot onderhoud. Een grote beurt haal je niet bij de garagist.
Tenzij het een knappe is natuurlijk.
Maar alle gekheid op een stokje. Ik woon hier nog steeds graag. Na al die tijd ben ik ook wel wat 'vernederlandscht' - misschien wel wat te veel, volgens mijn Nederlander die soms met een knipoog roept 'ho ho, tikje terug!'. Mijn Oekraïense leerlingen echter moeten nog bij start beginnen.
Mijn woordenlijst ligt vast klaar.
Comments