top of page

Een gevaarlijke reis

17 zijn ze en de meesten zijn enthousiast om naar school te gaan. Sommige tieners zijn nog wat timide en kijken de kat uit de boom. Anderen treden direct op de voorgrond en hebben wat meer moeite om op hun stoel te blijven zitten. Allemaal willen ze graag. Sommigen hebben nog nooit onderwijs gehad en anderen spreken vloeiend vier talen en hebben uitstekend onderwijs genoten. Weer anderen hebben gezworven en gewerkt onder erbarmelijke omstandigheden in achterkamertjes in Turkije of in onveilige fabrieken in één van de naburige landen. Wat de afkomst en historie ook is, ze hebben één ding gemeen: ze willen. Ze willen leren. Zo veel en zo snel mogelijk. En ze willen in Nederland blijven en een toekomst opbouwen. Maar het Nederlands blijkt een moeilijke taal, en het gekreun en gezwoeg op klinkers en medeklinkers en de uitspraak echoot door de klas.


Ik heb het over de klas waar ik op vier ochtenden in de week alleenstaande minderjarige vreemdelingen (AMV) help met het aanleren van de Nederlandse taal en rekenen. Jongens uit alle uithoeken van de wereld. Afghanistan, Syrië, Somalië, Eritrea, Koerdistan maar ook uit de voor onze regering veilige landen als Marokko. Velen onder hen hebben een gevaarlijke reis achter de rug. Een reis die soms wel jaren heeft geduurd en waar ik niet naar mag vragen. De scheiding tussen een asielprocedure en het onderwijs is een duidelijke. En toch blijft het af en toe moeilijk. De therapeut in mij wil aan de slag maar moet ruimte maken voor de onderwijzer.


Ik heb een lijst van de leerlingen waarin elk van hen summier beschreven staat. Sommige ‘opsommingen’ zijn schrijnend. Een van hen is zo vaak op zijn hoofd geslagen door de politie dat zijn gehoor is beschadigd en hij regelmatig last heeft van hoofdpijn. Een ander valt steevast in de klas in slaap omdat zijn nachten geplaagd worden door heftige nachtmerries. Trauma’s van een vlucht naar het land van hoop. En ik mag hem er niet naar vragen, maar tik hem zachtjes wakker als het weer gebeurt. Ik schenk een glimlach, en krijg een glimlach terug die de ogen bereikt. En samen gaan we verder met de les.


Het blijft moeilijk om me niet te hechten want deze tieners blijven maar een aantal maanden. Alles hangt af van de asielprocedure. Sommigen worden meerderjarig en daarom overgeplaatst. Eén is uiteindelijk in de problemen gekomen met de politie, en op dat punt is het Nederlands systeem onverbiddelijk. Een ander heeft het geluk gehad om in een gezin geplaatst te kunnen worden. De ene dag op school, de andere dag niet meer.


Allemaal, zonder één uitzondering, hebben ze hun hoop gevestigd op Nederland. Het vrije Nederland waar zo veel mag én kan en waar er ruimte is voor het individu. ‘Ja’, roept een van hen van achter in de klas in zijn beste Nederlands: ‘Amsterdam coffeeshop!’, gevolgd door luid gegniffel. Het Nederland waar geen verdrukking bestaat, waar openheid is en iedereen zijn eigen keuzes mag maken.


Of was dat het Nederland van 2020, vraag ik me opeens af…






bottom of page