top of page

Blijven zitten

Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Onkruid Magazine, juli/augustus 2021.


Als kind dacht ik dat alle volwassenen hele saaie beroepen hadden. In mijn gedachtenwereld zaten ze een hele dag stil aan een bureau, de telefoon in de ene hand, druk typend met de andere. Het zag er zo saai uit zo’n hele dag op een stoel stilzitten. Ik hoopte dan ook dat ik niet al te snel oud zou worden.


Toen ik vier jaar was vroeg de kleuterjuf aan mij wat mijn ouders als beroep hadden. En eigenlijk had ik geen idee. Wij hadden een herenkledingzaak in hartje Antwerpen en woonden achter de winkel. Winkel en huishouden liepen gewoon door elkaar. Als kind moest ik via de winkeldeur letterlijk naar het appartement achterin lopen. Dus toen de juf vroeg: ‘Karin, wat doen jouw ouders?’, had ik totaal geen idee. Die van mij hadden geen bureau maar ik moest toch iets zeggen, dus zei ik maar dat mijn vader veel sport en mijn moeder met mensen praat. Soms heel lang. Maar wat ze nou echt deden? Dat wist ik niet, wel wist ik dat ze hele dagen bezig waren en eigenlijk nooit zaten.


Mijn eerste banen waren dan ook grotendeels zittend aan een bureau. En ja, dat kleine kind in mij vond het stilzitten helemaal niet leuk. Ik wiebelde te veel. Ik keek links en rechts van mij en vond dat mijn collega’s er eigenlijk helemaal geen probleem mee hadden. Waarom had ik het dan toch zo moeilijk met stilzitten?


Later vond ik werk op een marketingafdeling van een grote multinational - toen kwam er beweging in! Brainstorm meetings, evenementen verzorgen, gekke tijdstippen, heen en weer rennen naar de verschillende vestigingen, een tof team waar smartlappen werden gezongen in tijden van stress en de wave werd gedaan bij successen… ‘t Begon er eindelijk op te lijken. Maar ook daar waren die momenten dat ik aan mijn bureau moest stilzitten. Saai stilzitten terwijl in mijn hoofd de gekste scenario’s vorm kregen. Neen, sst….stilzitten nu, eerst de productcatalogus online zetten. Je kunt het en stop nu even met wiebelen.


Een verhuizing naar Nederland. Ik stond te trappelen om te gaan. Weer iets nieuws. Leuk, gaan we doen! Even een maandje settelen met de vriend en werken maar. Deze keer in Eindhoven bij een hogeschool. Want beweging dat werkt voor mij. Maar je raadt het goed… ook in Eindhoven hebben ze bureau’s. En ja, om aan te zitten. Langgg…


Daarna naar Venlo voor twaalf jaar in dezelfde hogeschool waar ik vijf bureaus en dito kantoren heb versleten. De verschillende jobs waren leuk, maar de routine en het eeuwige blijven zitten… tja. Innerlijk wist ik toen dat iets moest veranderen, maar volwassen banen eindigen toch steeds aan een bureau? Ik nam geen actie, brandde uiteindelijk op (van het zitten, kun je nagaan) en, je raadt het al, toen moest ik wel gaan... eh… zitten. Vreselijk vond ik het, maar mijn lichaam had de keuze voor mij gemaakt. Het roer moest om. Terug naar start.


Want werken alle mensen wel aan een bureau? En wat zou ik nou kunnen doen met mijn wiebelige innerlijk kind? Ik zag voor het eerst dat ik eigenlijk keuze genoeg had, en leerde mijn wiebelige kleine ik dat ontspannen zitten eigenlijk wel fijn is. Een goed boek in de hand en wegdromen maar. Oefening baarde kunst.


En het werd nog beter. Want in mijn werk als columniste en therapeute ontdek ik eindelijk de waarheid: als ik doe waar ik zin in heb maakt het eigenlijk niet zo uit of ik zit of sta!

En terwijl ik dit alles opschrijf overvalt me de vraag: hadden de volwassenen die ik vroeger zag dan misschien tóch plezier in hun werk…?









bottom of page